Mijn familie verwierp me, maar God accepteerde me

Er was een periode in mijn leven waarin er veel ruzie was bij ons thuis. Na het huwelijk van mijn broer, waar mijn vader tegen was, verslechterde de situatie. Vooral mijn relatie met mijn vader kwam op een dieptepunt. Hij zei vaak tegen me dat ik het huis ook moest verlaten. De kilheid die ik in mijn familie voelde verbrijzelde al mijn religieuze overtuigingen. Ik was de situatie zo zat dat ik vertrok om zelfstandig te leven. Zelfs mijn kleding bracht mijn familie in verlegenheid. Ze beledigden me constant en zeiden tegen me dat ik corrupt was en daarom niet langer naar de universiteit hoefde.   

Mijn relatie met mijn familie was kapot en mentaal ging het slecht met me. Totdat ik op een dag van een vriend over de liefde van Christus hoorde. Ik las in het nieuwe Testament: ‘God gaf jullie leven toen jullie nog zondaars waren.’ Ik was geschokt en ik huilde. Want ik had altijd gedacht dat ik iedereen om mij heen zondigde en mij onderdrukte en dat ik zelf geen zondaar was. Vanaf dat moment veranderde mijn leven.  Ik bad en bestudeerde de Bijbel. Mijn vader had Alzheimer en wist niet meer dat ik boos op hem was. Maar God en ik wisten het allebei. Ik kon mijn vader na vijftien jaar vergeven en knuffelen. Mijn relatie met mijn familie wordt nu beter en beter…  

© 2021 | Stichting Gave